Tips & Tricks infuus prikken

Blog over infuus prikken

Eindelijk je mag infusen gaan prikken! Hoe vaker je het doet, hoe beter het gaat!

Ik geef je een aantal tips & tricks om je voor te bereiden op het prikken van infusen!

Allereerst de anatomie van de arm (voet laat ik even achterwege): hier kun je zien waar de oppervlakkige venen (aders) liggen in de arm.

Anatomie van de venen van de arm.

Wat is de beste plek om een infuus te prikken?

Zo zie je dat er rond de elleboogplooi een aantal ‘mooie’ aders lopen, helaas is het zo dat patiënten dit vaak een lastige plek vinden. Op een gegeven moment gaat het infuus irriteren en de pomp geeft vaak alarm.

Prik het infuus het liefst op de onderarm, kun je daar niet iets vinden, dan de hand.

DAN: HYGIENE, erg belangrijk! Pas de 5 momenten van handhygiëne toe. 

Contra indicaties voor het prikken van een infuus:

  • Trombose in arm waar je het infuus wilt inbrengen
  • Aan de kant van een lymfe klier dissectie, hier is het lymfevaten stelsel niet op orde en de kans op een infectie door slechte afvoer van lymfe en afvalstoffen vergroot.  Dit is niet meer overal zo, check het in je eigen ziekenhuis!
  • Bestraald gebied
  • Parese (verlamming)
  • Dystrofie
  • Shunt  Een dialyse patiënt is voor behandeling met hemodialyse sterk afhankelijk van een goede shunt en een goede doorbloeding van de arm waar de shunt is ingebracht.

Liever geen infuus inbrengen:

  • arm met oedeem

Dan doe je de stuwband (klik hier voor echt leuke stuwbanden) om de boven arm, de bedoeling is dat de venen stuwen, maar de arteriën niet afgekneld raken ( je kunt dit controleren door de pols te voelen). laat de arm afhangen, dan doet de zwaartekracht ook mee!

Dan begin je met palperen, je kunt beter een vene voelen en niet zien, dan een vene zien en niet voelen! Door het aftasten van de venen kun je dieper liggende, maar goed te injecteren venen beter lokaliseren.

Venen zijn op de tast goed te vinden, ze zijn goed gevuld met bloed, voelen elastisch aan en kunnen hierdoor goed van pezen en spieren onderscheiden worden.

Begin van onder naar boven (distaal à proximaal). Het liefst op de onderarm, kun je daar niet iets vinden, probeer daarna pas de hand.

Extra tips voor het prikken van een venflon:

  • Neem vooral de tijd
  • Pak een stoel en ga zitten

Het kan voorkomen dat ondanks het stuwen de vene onvoldoende voelbaar/ zichtbaar wordt. Je kunt dan het volgende doen om de vene wijder te laten worden:

  • De patiënt een aantal keren een vuist laten laten maken
  • Stevig kloppen met wijs-en middelvinger op de plek waar je het infuus wilt inbrengen.
  • De arm in een warm bad of in een warme vochtige doek leggen.

Hiernaast een veiligheidsinfuus.

Wanneer je de infuusnaald uit de verpakking haalt zit de naald ( de rechter) door de infuuscanule (linker met blauwe dopje). Door de naald kun je de vene aanprikken en breng je tegelijkertijd de canule in. Bij het opschuiven haal je de naald uit de canule en gaat er een beschermingskapje omheen. Nu zit alleen nog de canule in de vene en kun je een infuussysteem aansluiten.

Desinfecteer de plek. Palpeer nogmaals (met je niet dominante hand) de inbrengplek en houd de huid vast. Breng de naald (met je dominante hand) in een 30 graden hoek in, de duim op de stompe kant van de infuus naald en de wijs- en middelvinger op de vleugels. Prik de vene aan en schuif daarna het infuus met je andere hand op.

Soms is het juist niet handig om de huid boven de inbrengplek vast te houden, dan is het makkelijker om 

Tricks bij infuus inbrengen

Bij rollende venen is het belangrijk de vene goed te fixeren door de arm van de patiënt vanaf de achterkant vast te pakken. Je houd de huid dan strak met duim en wijsvinger (lukt niet altijd bij obese patienten).

Op de handrug kun je de vene fixeren door de huid strak te trekken over de knokkels.  Gebruik dan een dunne naald. Om wegrollen van de vene te voorkomen kan je het beste injecteren op de plaats waar een handrugvene zich vertakt (Y-vorm).

Bij het injecteren in de elleboog of onderarm moet de arm van de patiënt gestrekt zijn. De elleboog kan het beste ergens op rusten, met het oog op onverwachtse bewegingen.

Het is belangrijk om de huid van de patiënt goed gespannen te houden, hierdoor wordt de vene gefixeerd en kun je makkelijker door de huid heen prikken.

JEEEJ! HET IS GELUKT!! GEFELICITEERD! WAT EEN FIJN GEVOEL!

Daarna moet je nog wel op een aantal zaken letten:

  • Extravasatie (subcutaan lopen van een infuus) –> oedeem vorming, bij bepaalde medicatie kans op necrose!
  • Hematoomvorming
  • Flebitis = een ontsteking van een perifere ader
  • Tromboflebitis = ontsteking van de vaatwand

Tijdens het inbrengen van een infuus bestaat er altijd de kans dat je jezelf per ongeluk prikt met de naald die je net uit de patient haalt. Bel dan z.s.m. met het PrikPunt (088 77 45463), dan krijg je instructie wat te doen. 

Je moet dan waarschijnlijk naar de SEH, deze nemen lab, dit wordt gecontroleerd op een aantal aandoeneningen (zoals HIV, hepatitis, etc.). Je krijgt hiervan vrij vlot uitslag!